stoomgemaal

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

stoomgemaal
Uitspraak
Woordafbreking
  • stoom·ge·maal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stoomgemaal stoomgemalen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het stoomgemaalo [1]

  1. (waterbeheer) installatie die overtollig water met stoomkracht een polder uitmaalt
     Het water kon vandaar via het Spaarne afgevoerd worden in de richting van Spaarndam, waar een stoomgemaal het boezemwater op het IJ bracht.[2]
     Het oude Woudagemaal in Lemmer werkt nog steeds. Afgelopen maanden en ook nu weer is het stoomgemaal hard nodig om het boezemwater uit Friesland te lozen op het IJsselmeer.[3]


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Theodoor Maria Bank; Marita Theodora Catharina Mathijsen
    “Nederland in de negentiende eeuw” (2006), Bakker, ISBN 9035129504
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2024 Weblink bron “Stoomgemaal Lemmer is ruim 100 jaar oud, maar nog hard nodig tegen hoogwater” (Dinsdag 2 januari 2024), NOS