stilzwijgen
Uiterlijk
- Geluid: stilzwijgen (hulp, bestand)
- stil·zwij·gen
- samenstelling van stil en zwijgen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stilzwijgen |
zweeg stil |
stilgezwegen |
klasse 1 | volledig |
stilzwijgen
- overgankelijk trachten de aandacht niet op iets te laten vallen, moedwillig uit het nieuws houden
- De waarheid is echter altijd stilgezwegen.
- ergens niet over praten
- ▸ Toen ze nog in Londen woonden en hij daar had gehoord wat er in zijn eigen stad gebeurde - gevechten op straat, de godsdienstige bijeenkomsten die werden verstoord - was hij in somber stilzwijgen vervallen.[1]
- Zich hullen in stilzwijgen
ergens niet over praten
- Het woord stilzwijgen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stilzwijgen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Jessie Burton vert. Marja Borg“De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff
, ISBN 9789024574704
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 1 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %