stijgend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stij·gend
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: stijgen
verbogen vorm: stijgende

stijgend

  1. onvoltooid deelwoord van stijgen
  2. attributief gebruikt
    • We wandelden over een licht stijgend terrein. 
  3. bijwoordelijk gebruikt
    • Het pad loopt licht stijgend door het bos. 
    • Er werd voorgesteld om over de loop van 10 jaar een heffing stijgend van € 1 tot € 10 per ton in te voeren. 
stellend
onverbogen stijgend
verbogen stijgende
partitief stijgends

Bijvoeglijk naamwoord

stijgend

  1. een steeds hogere stand bereikend
    • Vanwege het stijgend aantal inbraken wordt een voorlichtingsavond gehouden. 
    • Met stijgende verbazing keek ik naar het tafereel. 
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be