stellend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  stellend    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈstɛlənt / (2 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /ˈstɛ.lənt/
  • (Vlaanderen, Brabant): /ˈstɛ.lənt/
  • (Limburg): /ˈstɛ.lənd/

Woordafbreking

• stel·lend

Werkwoord

vervoeging van:	stellen
verbogen vorm:	stellende

stellend

1. onvoltooid deelwoord van stellen

Hyponiemen

• geruststellend, taakstellend, tegenstellend, vrijstellend, welstellend

	stellend
onverbogen	stellend
verbogen	stellende
partitief	stellends

Bijvoeglijk naamwoord

stellend

1. kenbaar makend wat met (eist, vraagt e.d.)

   • De in de journalistiek doorgeschoten democratiseringsgedachte dat – en tot op de dag van vandaag is dat het geval – een hoofdredacteur geen eigenwijze, eisende stellende keizer mag zijn, maar een door de redactie gekozen, dus per definitie op consensus gericht iemand moet zijn, heeft het verval ingeluid van het beroep. Dat speelde bij Folia toen ook.”  

Gangbaarheid

• Het woord stellend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.