stel teleur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stel te·leur
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
teleurstellen

stel teleur

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van teleurstellen
    • Ik stel teleur. 
  2. gebiedende wijs van teleurstellen
    • Stel teleur! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van teleurstellen
    • Stel je teleur? 


Gangbaarheid