steekwonde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • steek·won·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord steekwonde steekwonden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de steekwondev / m

  1. steekwond
    • Een steekwonde als gevolg van het prikken met een naald of duimspijker bloedt meestal niet zo erg. Het is een wonde met een kleine ingang maar met een relatief diepe inwendige beschadiging.[1] 

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen