stap in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stap in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
instappen

stap (…) in

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instappen
    • Ik stap in. 
  2. gebiedende wijs van instappen
    • Stap in! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instappen
    • Stap je in? 

Gangbaarheid