sta vast
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sta vast
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vaststaan |
sta vast
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vaststaan
- Ik sta vast.
- gebiedende wijs van vaststaan
- Sta vast!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vaststaan
- Sta je vast?
- aanvoegende wijs van vaststaan
Gangbaarheid
- Het woord sta vast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.