sprongen slootje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spron·gen sloot·je
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
slootjespringen

sprongen (…) slootje

  1. meervoud verleden tijd van slootjespringen
    • Wij sprongen slootje. 
    • Jullie sprongen slootje. 
    • Zij sprongen slootje. 
    • De met bontmutsen en met bontlaarzen uitgeruste Noren waadden in de binnenstad door een bruine brei, sprongen slootje over reusachtige plassen en zochten schielijk een veilig heenkomen, wanneer een auto als een sproeiwagen het water als een fontein deed opspatten. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen