springstof
Uiterlijk
- Geluid: springstof (hulp, bestand)
- spring·stof
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘ontplofbare stof’ voor het eerst aangetroffen in 1906 [1]
- samenstelling van spring ww en stof [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | springstof | springstoffen |
verkleinwoord |
- chemische stof die kan exploderen om iets kapot te maken of te verbrijzelen
- De berg werd opgeblazen met springstoffen.
- Een rugzak met daarin een pot springstof en spijkers werd door de verdachte neergelegd op de markt, maar het ontstekingsmechanisme weigerde. [4]
- Het woord springstof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "springstof" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "springstof" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ springstof op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Maarten Back 16 december 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be