spoorwegpersoneel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spoor·weg·per·so·neel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spoorwegpersoneel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het spoorwegpersoneelo

  1. mensen die in dienst zijn van een spoorwegbedrijf
     Op de laatste dag van de Boekenweek heeft schrijver Dimitri Verhulst stilgestaan bij geweld tegen spoorwegpersoneel. Hij hield een lezing in de trein en droeg die op aan de Nederlandse conducteurs.[2]
     De afgelopen tijd zijn er meerdere mishandelingen geweest van treinpersoneel, met grote ophef tot gevolg. Drie weken geleden namen de overheid en NS extra maatregelen om agressie tegen spoorwegpersoneel tegen te gaan.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Dimitri Verhulst brengt ode aan conducteurs” (Zondag 15 maart 2015, 13:03), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Celstraffen voor mishandeling NS-personeel Almelo” (Woensdag 1 april 2015, 13:44), NOS