spoorwegpersoneel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spoor·weg·per·so·neel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spoorwegpersoneel | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het spoorwegpersoneel o
- mensen die in dienst zijn van een spoorwegbedrijf
- ▸ Op de laatste dag van de Boekenweek heeft schrijver Dimitri Verhulst stilgestaan bij geweld tegen spoorwegpersoneel. Hij hield een lezing in de trein en droeg die op aan de Nederlandse conducteurs.[2]
- ▸ De afgelopen tijd zijn er meerdere mishandelingen geweest van treinpersoneel, met grote ophef tot gevolg. Drie weken geleden namen de overheid en NS extra maatregelen om agressie tegen spoorwegpersoneel tegen te gaan.[3]
Gangbaarheid
- Het woord spoorwegpersoneel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Dimitri Verhulst brengt ode aan conducteurs” (Zondag 15 maart 2015, 13:03), NOS
- ↑ Weblink bron “Celstraffen voor mishandeling NS-personeel Almelo” (Woensdag 1 april 2015, 13:44), NOS