spookpersoneel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spook·per·so·neel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van spook zn en personeel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spookpersoneel | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het spookpersoneel o
- mensen die op de loonlijst van een bedrijf staan maar nooit op hun werk verschijnen
- ▸ Fraude met zorgbonus: spookpersoneel en dubbele premie voor directeuren[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'spookpersoneel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Maaike Kempes en Jasper Bunskoek“Fraude met zorgbonus: spookpersoneel en dubbele premie voor directeuren” (27 december 2021 09:43)