spookforens
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: spookforens (hulp, bestand)
Woordafbreking
- spook·fo·rens
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van spook zn en forens zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spookforens | spookforensen spookforenzen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de spookforens m
- persoon die thuiswerkt maar aan het begin en einde van de werkdag een stukje wandelt of fietst om te doen alsof men naar zijn werk gaat of weer van zijn werk terugkomt
Gangbaarheid
- Het woord spookforens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.