spint af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spint af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afspinnen |
spint af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspinnen
- Jij spint af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspinnen
- Hij spint af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afspinnen
- Spint af!
Gangbaarheid
- Het woord 'spint af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.