spetten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spet·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
spetten
spette
gespet
zwak -t volledig

Werkwoord

spetten

  1. ergatief in kleine druppeltjes neervallen of uit elkaar bewegen
    • De regen spet op mijn balkon. 
  2. inergatief kleine druppeltjes uit elkaar laten vliegen
    • Goede boter spet bij het braden minder. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Zelfstandig naamwoord

de spettenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord spet

Werkwoord

vervoeging van
spetten

spetten

  1. meervoud verleden tijd van spetten
    • Wij spetten. 
    • Jullie spetten. 
    • Zij spetten. 

Gangbaarheid

63 % van de Nederlanders;
53 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be