spetteren
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spet·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘in kleine deeltjes wegspringen’ voor het eerst aangetroffen in 1881 [1]
- frequentatief gevormd uit spetten of spatten met het achtervoegsel -er
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
spetteren |
spetterde |
gespetterd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
spetteren
- overgankelijk druppels doen rondvliegen
- Als deel van het voodooritueel spetterde hij kippenbloed over het altaar.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord spetteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "spetteren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Frequentatief in het Nederlands
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %