speldt vast

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • speldt vast
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
vastspelden

speldt (…) vast

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastspelden
    • Jij speldt vast. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastspelden
    • Hij speldt vast. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vastspelden
    • Speldt vast! 

Gangbaarheid