speelde dood
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: speelde dood (hulp, bestand)
- IPA: / ˈspeldə ˈdot / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- speel·de dood
Woordherkomst en -opbouw
- uit speelde (werkwoord) en dood (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doodspelen |
speelde (…) dood
- enkelvoud verleden tijd van doodspelen
- Ik speelde dood.
- Jij speelde dood.
- Hij, zij, het speelde dood.
- Ik speelde dood.
Gangbaarheid
- Het woord 'speelde dood' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.