speedway

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

[2] met een lichte motorfiets die geen remmen of versnellingen heeft, racen op een sintelbaan of gravelbaan
Uitspraak
Woordafbreking
  • speed·way
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord speedway speedways
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het speedwayo

  1. racebaan, racecircuit
     In 2007 en 2008 draaide het circus rondjes over de Fuji Speedway, aan de voet van de beroemde Fuji-berg. Het domein van Toyota.[1]
     "Ik rij de 24 uur van Daytona met een superteam. We gaan plezier hebben en genieten, maar zeker ook voor goud", twitterde Frijns, die is gekozen vanwege zijn internationale race-ervaring. De Nederlander was in zijn carrière al eens kampioen in de Formule Renault 3.5 en testcoureur bij de Formule 1-teams Sauber en Caterham. Hij reed nog niet eerder op de Daytona International Speedway.[2]
  2. (sport) met een lichte motorfiets die geen remmen of versnellingen heeft, racen op een sintelbaan of gravelbaan
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

70 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Arjan Schouten
    “Alles kan in Japan, behalve een eigen held in het F1-circus” (07-10-2017), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron “Frijns en Stroll rijden in 24 uur Daytona voor team Jackie Chan” (30-11-2017), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be