sop
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sop | soppen |
verkleinwoord | sopje | sopjes |
Zelfstandig naamwoord
sop o
- gewoonlijk warm water waaraan schoonmaakmiddel is toegevoegd
- Ik zal even een sopje maken om dat schoon te maken.
- (scheepvaart) het zeewater
- Hij koos het ruime sop.
- (kookkunst) kooknat
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
soppen |
sop
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van soppen
- Ik sop.
- gebiedende wijs van soppen
- Sop!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van soppen
- Sop je?
Gangbaarheid
- Het woord sop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "sop" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "sop" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ sop op website: Etymologiebank.nl
- ↑ sop op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Indonesisch
Woordafbreking
- sop
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Nederlands soep
Zelfstandig naamwoord
sop
Schrijfwijzen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Kookkunst in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %
- Woorden in het Indonesisch
- Zelfstandig naamwoord in het Indonesisch
- Voeding in het Indonesisch