soloseks

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  soloseks    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈsoloˌsɛks / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• so·lo·seks

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  solo zn  en  seks zn , bekend geworden door het werk van de 20e-eeuwse Nederlandse schrijver Gerard Reve , in de betekenis "zelfbevrediging" aangetroffen vanaf 1963 (zie vindplaats hieronder)

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	soloseks
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de soloseks m

1. (seksualiteit) seks waarbij iemand zichzelf een orgasme bezorgt

   ▸ Volgens deskundigen zou het goed zijn als vrouwen meer tijd voor soloseks zouden nemen.

   ▸ Zulke verrukkingen komen echter nooit, dat weet ik zo langzamerhand maar al te goed, tot enige andere verwerkelijking dan die van de magiese [sic!] soloseks der Hotelkamers, waarin men, op namiddagen, achter verkleurde vitrage, de ziel verschroeit zonder haar ooit te kunnen verzadigen.

Synoniemen

• zelfbevrediging, masturbatie

Gangbaarheid

• Het woord soloseks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.