snotziekte

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  snotziekte    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• snot·ziek·te

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  snot zn  en  ziekte zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	snotziekte	snotziektes snotziekten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de snotziekte v

1. een vogelziekte die kippen ziek kan maken

   ▸ Kippen in de Gelderse Vallei kampen met twee besmettelijke ziektes: snotziekte en salmonella. Pluimveehouders houden massaal hun dieren binnen.

Hyperoniemen

• vogelziekte

Gangbaarheid

• Het woord snotziekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.