snijdt draad
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: snijdt draad (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsnɛit ˈdrat / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- snijdt draad
Woordherkomst en -opbouw
- uit snijdt (werkwoord) en draad (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
draadsnijden |
snijdt (…) draad
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van draadsnijden
- Jij snijdt draad.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van draadsnijden
- Hij snijdt draad.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van draadsnijden
- Snijdt draad!
Gangbaarheid
- Het woord 'snijdt draad' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.