smokingstrik

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  smokingstrik    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• smo·king·strik

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  smoking zn  en  strik zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	smokingstrik	smokingstrikken
verkleinwoord	smokingstrikje	smokingstrikjes

Zelfstandig naamwoord

de smokingstrik m

1. (kleding) lint of koord dat men als versiering om de hals draagt bij een bepaald soort kostuum

   ▸ Oom Sverre droeg zoals gewoonlijk een rood smokingstrikje, maar dat was het enige wat zoals gewoonlijk was.

Gangbaarheid

• Het woord 'smokingstrik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.