sluip aan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sluip aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aansluipen |
sluip aan
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansluipen
- Ik sluip aan.
- gebiedende wijs van aansluipen
- Sluip aan!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansluipen
- Sluip je aan?
Gangbaarheid
- Het woord sluip aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.