sloten op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slo·ten op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opsluiten |
sloten op
- meervoud verleden tijd van opsluiten
- Wij sloten op.
- Jullie sloten op.
- Zij sloten op.
- Wij sloten op.
- ▸ Barbie en ik sloten ons uren op in de keuken om het feestmaal voor te bereiden.[1]
Gangbaarheid
- Het woord sloten op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers