sloten aaneen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slo·ten aan·een
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aaneensluiten

sloten aaneen

  1. meervoud verleden tijd van aaneensluiten
    • Wij sloten aaneen. 
    • Jullie sloten aaneen. 
    • Zij sloten aaneen. 


Gangbaarheid