sinister
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- si·nis·ter
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onheilspellend’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1669 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | sinister | sinisterder | sinisterst |
verbogen | sinistere | sinisterdere | sinisterste |
partitief | sinisters | sinisterders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
sinister
Gangbaarheid
- Het woord sinister staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "sinister" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
Engels
Bijvoeglijk naamwoord
sinister
Antoniemen
Latijn
Bijvoeglijk naamwoord
sinister
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 93 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 8
- Bijvoeglijk naamwoord in het Engels
- Heraldiek in het Engels
- Woorden in het Latijn
- Bijvoeglijk naamwoord in het Latijn