siert op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • siert op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opsieren

siert (...) op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsieren
    • Jij siert op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsieren
    • Hij siert op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opsieren
    • Siert op! 

Gangbaarheid