senioriteit
Uiterlijk
- Geluid: senioriteit (hulp, bestand)
- se·ni·o·ri·teit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | senioriteit | - |
verkleinwoord | - | - |
de senioriteit v
- anciënniteit
- door levens- en werkervaring verworven overwicht
- Het woord senioriteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.