seil ab

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • seil ab
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
abseilen

seil ab

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abseilen
    • Ik seil ab. 
  2. gebiedende wijs van abseilen
    • Seil ab! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abseilen
    • Seil je ab? 


Gangbaarheid