scope
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- scope
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘strekking’ voor het eerst aangetroffen in 1989 [1]
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scope | scopes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
scope
- hoever de invloed van een maatregel reikt
- De scope van deze maatregel is beperkt tot het komende jaar.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord scope staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "scope" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.