sclerose
Uiterlijk
- scle·ro·se
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘weefselverharding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1939 [1]
- afgeleid van het Griekse 'sklèrōsis' met het achtervoegsel -ose [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sclerose | scleroses sclerosen |
verkleinwoord | - | - |
de sclerose v
- (medisch) ziekelijke verharding
- Het woord sclerose staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sclerose" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "sclerose" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ sclerose op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be