schuldhulpverlening
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schuld·hulp·ver·le·ning
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schuld en hulpverlening
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schuldhulpverlening | schuldhulpverleningen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de schuldhulpverlening v
- (financieel) hulpverlening aan personen die schulden hebben
- Vooral jongeren kunnen de rekening niet meer betalen: meer dan de helft heeft een schuld van gemiddeld 5890 euro, blijkt uit het jaarrapport Schuldhulpverlening van de gemeente, waarover de raad zich dinsdag buigt.[1]
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord schuldhulpverlening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.