schuifwand

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schuif·wand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schuifwand schuifwanden
verkleinwoord schuifwandje schuifwandjes

Zelfstandig naamwoord

de schuifwandm

  1. wanden die verschoven kunnen worden zodat een ruimte in verschillende aparte ruimtes kan worden verdeeld of dat juist verschillende ruimtes kunnen worden samengevoegd tot een grotere
    • Het altaar werd een zeer open en toegankelijke plek, en met schuifwanden konden extra ruimtes aan de kerkzaal worden toegevoegd. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be