schteenicher

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • schtee·ni·cher

Bijvoeglijk naamwoord

schteenicher

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief en accusatief mannelijk enkelvoud stellende trap van schteenich

schteenicher

  1. onbepaald (zonder lidwoord) datief vrouwelijk enkelvoud stellende trap van schteenich

schteenicher

  1. onbepaald nominatief en accusatief mannelijk enkelvoud stellende trap van schteenich