schrikkeltweeling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schrik·kel·twee·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van schrikkeldag en tweeling
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schrikkeltweeling | schrikkeltweelingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de schrikkeltweeling m
- tweeling geboren op 29 februari