schoring
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- scho·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van schoren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schoring | schoringen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de schoring v
- het schoren, het stutten
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord schoring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schoring" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be