scholver
Uiterlijk
- schol·ver
- Afgeleid van schollevaar. De vorm scholver is aangetroffen vanaf 1588.[1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scholver | scholvers |
verkleinwoord | scholvertje | scholvertjes |
de scholver m
- (gentachtigen) pelikaanachtige en visetende zwarte watervogel van het geslacht Phalacrocorax die na een duik zijn vleugels moet laten drogen
- (pejoratief), (verouderd) lomp, ongemanierd persoon
- [1] scholverd, schollevaar
- [1] aalscholver
- Het woord 'scholver' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "scholver" herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Gentachtigen in het Nederlands
- Vogels in het Nederlands
- Pejoratief in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 56 %
- Prevalentie Vlaanderen 54 %