schoffelt aan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schof·felt aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanschoffelen |
schoffelt (...) aan
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschoffelen
- Jij schoffelt aan.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschoffelen
- Hij schoffelt aan.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanschoffelen
- Schoffelt aan!
Gangbaarheid
- Het woord schoffelt aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.