Naar inhoud springen

schilderde af

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 20 jan 2018 om 12:41
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • schil·der·de af
vervoeging van
afschilderen

schilderde af

  1. enkelvoud verleden tijd van afschilderen
    • Ik schilderde af. 
    • Jij schilderde af. 
    • Hij, zij, het schilderde af.