scharrelde op
Uiterlijk
- schar·rel·de op
- uit scharrelde (werkwoord) en op, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
opscharrelen |
scharrelde op
- enkelvoud verleden tijd van opscharrelen
- Ik scharrelde op.
- Jij scharrelde op.
- Hij, zij, het scharrelde op.
- Ik scharrelde op.
- Het woord scharrelde op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.