sauriër
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sau·ri·er
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘voorhistorische hagedis’ voor het eerst aangetroffen in 1859 [1]
- uit het Grieks [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sauriër | sauriërs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
sauriër m
- een zeer ruime groep van (voorhistorische) dieren waaronder vogels en bijna alle reptielen
- Wetenschappers hebben in China een sauriër met vier vleugels uitgegraven. Het fossiel is een belangrijke link in de evolutie van dinosauriërs naar vogels. Dat deelde Xing Xu van de universiteit van Shenyang in het vakblad Nature mee. [3]
- In Winterswijk is een schedel gevonden van een nog niet eerder gevonden sauriër. Amateur-paleontoloog Remco Bleeker ontdekte het fossiel in een steengroeve. Het blijkt te gaan om een Lariosaurus. [4]
Hyponiemen
Vertalingen
1. een zeer ruime groep van (voorhistorische) dieren waaronder vogels en bijna alle reptielen
Gangbaarheid
- Het woord sauriër staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "sauriër" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "sauriër" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ sauriër op website: Etymologiebank.nl
- ↑ de Standaard 25/september/2009 door llo
- ↑ Tubantia 10-januari-2017
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be