satelliet
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sa·tel·liet
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘kunstmaan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1961 [1]
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hemellichaam dat een ander begeleidt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1763 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | satelliet | satellieten |
verkleinwoord | satellietje | satellietjes |
Zelfstandig naamwoord
satelliet m
- (elektronica) (ruimtevaart) kunstmaan
- Op een heldere nacht kun je in de lucht satellieten zien.
- (astronomie) een hemellichaam dat een baan beschrijft om een ander, groter hemellichaam
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord satelliet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "satelliet" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Elektronica in het Nederlands
- Ruimtevaart in het Nederlands
- Astronomie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %