sassafras
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sas·sa·fras
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘een laurierachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1608 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sassafras | sassafrassen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het sassafras o
- (plantkunde) laurierachtige boom van het geslacht Sassafras
- het hout en de bast van deze boom, o.a. met name van Sassafras albidum gebruikt als zweetmiddel
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord sassafras staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sassafras" herkend door:
41 % | van de Nederlanders; |
20 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "sassafras" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ sassafras op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be