samenvatten

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·men·vat·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
samenvatten
vatte samen
samengevat
zwak -t volledig

Werkwoord

samenvatten

  1. inkorten zonder dat de belangrijkste punten verloren gaan
    • Hij wist ingewikkelde problemen altijd tot de essentie samen te vatten. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be