vatte samen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vat·te sa·men
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
samenvatten

vatte samen

  1. enkelvoud verleden tijd van samenvatten
    • Ik vatte samen. 
    • Jij vatte samen. 
    • Hij, zij, het vatte samen. 


Gangbaarheid