samenproppen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sa·men·prop·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van samen en proppen ww
Werkwoord
samenproppen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
samenproppen |
propte samen |
samengepropt |
zwak -t | volledig |
- met (te) veel kracht iets of iemand ergens instoppen
- De vluchtelingen zaten samengepropt in de veel te kleine boot.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord samenproppen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.