propte samen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- prop·te sa·men
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
samenproppen |
propte samen
- enkelvoud verleden tijd van samenproppen
- Ik propte samen.
- Jij propte samen.
- Hij, zij, het propte samen.
- Ik propte samen.
Gangbaarheid
- Het woord propte samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.