sabelt neer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·belt neer
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
neersabelen

sabelt (...) neer

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neersabelen
    • Jij sabelt neer. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neersabelen
    • Hij sabelt neer. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van neersabelen
    • Sabelt neer!